Bij een ontslag met wederzijds goedvinden worden alle gemaakte afspraken zwart-op-wit vastgelegd. Dit gebeurt meestal door middel van een vaststellings- of een beëindigingsovereenkomst. Deze termen worden in de praktijk vaak lukraak door elkaar gebruikt. Ze doelen allebei op een document waarin alle gemaakte afspraken bij een ontslag worden vastgelegd. Maar kunnen we eigenlijk spreken van een verschil? Mogen deze termen wel als ‘gelijk’ worden beschouwd? Dat leest u in dit artikel.
Als je aan juristen het verschil tussen een beëindigingsovereenkomst en vaststellingsovereenkomst vraagt, zullen zij al snel duidelijk zijn. Volgens de wet bestaat een beëindigingsovereenkomst helemaal niet. Dit klinkt misschien vreemd, want er zijn immers genoeg werkgevers die hier gebruik van maken. Daarom lichten wij dit graag toe.
Beëindigingsovereenkomst: afspraken vrij te bepalen
Strikt genomen bestaat een beëindigingsovereenkomst niet voor de wet. Dit betekent natuurlijk niet dat er geen gebruik van gemaakt wordt, maar wel dat er geen wettelijke richtlijnen voor bekend zijn. Dit levert zowel voor- als nadelen op. Wanneer er in de wet immers niet beschreven staat waar de werkgever en werknemer rekening mee moeten houden, kunnen beide partijen zich lelijk in de vingers snijden. Tegelijkertijd kan het echter ook voordelen opleveren, omdat de partijen dit zelf kunnen invullen en daarmee voor hun eigen rechten op kunnen komen.
Simpel gezegd is een beëindigingsovereenkomst dus een document waarin zowel de werkgever als de werknemer vrij kunnen bepalen wat voor afspraken hierin worden opgenomen. Ze zijn vrij om afspraken te maken die hun goeddunken.
Benoemde overeenkomsten
Naast de ongenoemde overeenkomsten zoals een beëindigingsovereenkomst, bestaan er ook zogenaamde benoemde overeenkomsten. Hierbij zijn er wettelijke richtlijnen vastgelegd voor de inhoud van de overeenkomsten. Hierdoor kunnen de betrokken partijen deze niet geheel vrij invullen en zijn ze verzekerd van een eerlijke en rechtvaardige behandeling. Dit geldt bijvoorbeeld voor een huur- of arbeidsovereenkomst. Deze worden genoemd in de wet.
De vaststellingsovereenkomst behoort ook tot de benoemde overeenkomsten in de Nederlandse wetgeving. Deze kent dus ook een specifieke regelgeving. In de wet staat dan ook beschreven wat er ongeveer in de vaststellingsovereenkomst moet worden opgenomen en wat deze precies inhoudt. Volgens de wet spreken we van een vaststellingsovereenkomst als een arbeidsovereenkomst beëindigd wordt en hiervoor afspraken worden gemaakt. Het doel van deze overeenkomst is het voorkomen van een geschil of onzekerheid tussen de beide partijen.
De vraag blijft natuurlijk bestaan of het uitmaakt of een werkgever over een
beëindigingsovereenkomst of vaststellingsovereenkomst spreekt. De functie van
de overeenkomst blijft immers gelijk. Het verschil is dan ook miniem.
Wat vinden juristen?
Alhoewel een beëindigingsovereenkomst en vaststellingsovereenkomst eigenlijk niet enorm veel van elkaar verschillen, geven juristen meestal de voorkeur aan een vaststellingsovereenkomst. Niet omdat deze een andere functie heeft, maar omdat ze zo meer op de Nederlandse wetgeving kunnen terugvallen.
U zou dus kunnen zeggen dat u met een vaststellingsovereenkomst sterker in uw schoenen staat als deze in strijd is met de wetgeving. Omdat een beëindigingsovereenkomst zelf te bepalen is, is deze ook tevens moeilijker aan te vechten. Vanuit die gedachte geeft een jurist daarom ook sneller de voorkeur aan een vaststellingsovereenkomst, alhoewel de inhoud van het document hierdoor niet snel zal veranderen. Schakel in beide gevallen sowieso altijd een jurist in om de inhoud te controleren, zo haalt u altijd alles uit uw ontslag.